Willem I Frederik, geboren als Willem Frederik Prins van Oranje-Nassau (Den Haag, 24 augustus 1772 – Berlijn, 12 december 1843) was de eerste Koning der Nederlanden uit het huis Oranje-Nassau.
Na de nederlaag van Napoleon in de Slag bij Leipzig in 1813 werd hij ingehuldigd als 'Soeverein Vorst' der Verenigde Nederlanden. Op 16 maart 1815 riep hij zichzelf uit tot koning der Verenigde Nederlanden en hertog van Luxemburg, waarna hij op 21 september 1815 in Brussel werd ingehuldigd als Koning Willem I. In hetzelfde jaar werd op het Congres van Wenen door de Europese mogendheden besloten om het hertogdom Luxemburg te promoveren tot groothertogdom en Willem I te erkennen als eerste groothertog, de koningstitel werd bevestigd. Hiermee was de kersverse Nederlandse monarchie binnen Europa formeel erkend. Deze fungeerde als buffer voor zowel Frankrijk als het Verenigd Koninkrijk. Na de troonsafstand in 1840 noemde Willem I zich koning Willem Frederik, graaf van Nassau.
In Duitsland was Willem I van 1803 tot 1806 "Fürst" (vorst) van het vorstendom Nassau-Oranje-Fulda. In 1806 en in de periode 1813-1815 was hij tevens vorst van het vorstendom Nassau-Oranje.
Jeugd en huwelijk
Willem Frederik werd in 1772 te Den Haag geboren als derde zoon van stadhouder Willem V en prinses Wilhelmina van Pruisen, een nicht van koning Frederik II van Pruisen. Na de dood van stadhouder Willem V stond hij tot 1815 bekend als Willem VI.
Willem Frederik trouwde in 1791 zijn volle nicht Wilhelmina van Pruisen, een zuster van Frederik Willem III, koning van Pruisen. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren
Maria Hoffmann
Tussen 1807 en 1812 werd Willem I vader van vier kinderen (twee dochters en twee zonen) die verwekt waren bij een vrouw die in het doopregister Maria Dorothea Hoffmann wordt genoemd. Dit zou mogelijk hofdame Julie von der Goltz (1780-1841) zijn geweest, ofwel: Juliane Karoline Philippine von der Goltz, dochter van Karl Franz von der Goltz (1740-1804), de Pruisische minister van oorlog. De kinderen kregen de achternaam Von Dietz, naar een van de titels van Willem I (graafschap Diez). Deze kinderen werden ook financieel ondersteund met het door Willem I opgerichte, en in 1856 geliquideerde, Von Jasmund-fonds dat een vast inkomen van 10.000 gulden per jaar opleverde.
Van Engeland naar Napoleon
In 1793 streed hij als kapitein-generaal tegen de Fransen in de zuidelijke Nederlanden en Noord-Frankrijk. Aanvankelijk leken de Franse revolutionairen teruggedrongen te zijn, maar ze kwamen terug. In 1795 stond hij als erfprins, 23-jaar oud, aan het hoofd van het Staatse leger tegen de Franse invallers. Toen de Fransen oprukten vluchtte hij met zijn vader naar Engeland. Op 6 januari 1799 overleed zijn broer prins Frederik die als generaal in Oostenrijkse dienst streed tegen Napoleon.
In augustus 1799 probeerde Willem met Engeland en Rusland het stadhouderlijk gezag te herstellen vanuit Noord-Holland, maar deze militaire actie mislukte. Op 10 oktober 1799 werd een bestand getekend in Alkmaar en een week later waren de Engelse en Russische troepen verdwenen. Er werd wel een flink aantal Bataafse deserteurs, muiters en oorlogsgevangenen naar Engeland getransporteerd, waaruit Willem de Hollandse Brigade formeerde. Zijn vader legde zich neer bij het feit dat de politieke rol van de Oranjes uitgespeeld was. Zo nog niet zoon Willem, die uiteindelijk in 1803 als compensatie voor het verlies van zijn bezittingen in de Nederlanden van Napoleon de voormalige prinsbisdommen Fulda en Abdij van Corvey, de Abdij Weingarten en de rijksstad Dortmund kreeg. Die samen gingen het vorstendom Nassau-Oranje-Fulda vormen.
In 1801 probeerde de erfprins via zijn afgezant Maximiliaan d'Hangest een soort eerste consul van de Nederlandse republiek te worden. Omdat de tegemoetkoming door Napoleon op prijs werd gesteld, werd Willem uitgenodigd naar Parijs te komen waar hij op 25 februari 1802 sprak met Napoleon. Voor de functie van eerste consul werd hij afgewezen. Daarnaast vroeg en kreeg hij Duits gebied ter compensatie van de verloren Nederlandse domeinen. Dit waren andere Duitse gebieden dan de stamlanden van Nassau die steeds in het bezit van de Oranjes waren geweest. Op 23 mei 1802 sloten Frankrijk en Pruisen een verdrag, waarbij Fulda en een aantal andere gebieden (Corvey, Weingarten en Dortmund) aan de prins van Oranje werden toegezegd. Prins Willem V wees deze in zijn ogen geroofde bezittingen verontwaardigd voor zichzelf af en liet ze over aan de erfprins. Op 22 oktober bezetten Pruisische troepen het prins-bisdom om de belangen van Oranje veilig te stellen en op 6 december hield Willem zijn intocht als vorst in Fulda.
voor volledige informatie in andere talen