Koningsdag

Koningsdag, eerder Prinsessedag en Koninginnedag, is een nationale feestdag in het Koninkrijk der Nederlanden ter ere van het staatshoofd. In alle delen van het Koninkrijk geldt dit voor de meeste werknemers als vrije dag en wordt het gevierd met verschillende festiviteiten, waaronder de vrijmarkten en het dragen van oranje kleding. Traditioneel brengt de vorst op deze dag ook een ceremonieel bezoek aan een of meer gemeenten van het land. 2013 was het laatste jaar waarin de feestdag op 30 april gevierd werd en als Koninginnedag bekendstond. Sinds 2014 heet de dag Koningsdag en wordt hij gehouden op 27 april, de verjaardag van koning Willem-Alexander.

Datum Koningsdag wordt sinds 2014 gevierd op de verjaardag van staatshoofd Willem-Alexander, 27 april, behalve wanneer dit op een zondag is. In dat geval is het een dag eerder, zoals direct in het eerste jaar het geval was. De volgende keer is in 2025 . De voorloper van Koningsdag, Koninginnedag, werd evenzo gevierd op zaterdag 29 april als 30 april een zondag was. Gedurende de regeerperiode van Wilhelmina werd Koninginnedag gevierd op 31 augustus, haar verjaardag. Toen Juliana aantrad, werd het feest verplaatst naar haar geboortedag 30 april. Koningin Beatrix koos er bij haar aantreden voor om de feestdag niet te verplaatsen en hem daarmee in tegenstelling tot haar moeder en grootmoeder niet op haar verjaardag, 31 januari, te vieren.[4] Wanneer 30 april op een zondag viel, werd Koninginnedag één dag verschoven; tot 1980 werd hij dan op maandag 1 mei (de Dag van de Arbeid) gevierd. Vanaf 1980 werd Koninginnedag en Koningsdag in zulke gevallen een dag vervroegd, dus naar de zaterdag. Dit was voor het eerst het geval in 1989.

Geschiedenis In de 19e eeuw was 'Waterloodag', 18 juni, jarenlang de nationale feestdag. Tegen het einde van de eeuw vervaagde de herinnering aan de veldslag en het feest ging min of meer onopgemerkt voorbij. Nog voor de ‘echte Koninginnedag’ werd op 31 augustus 1885 de eerste 'Prinsessedag' georganiseerd, de vijfde verjaardag van de toen jonge prinses Wilhelmina. Het initiatief hiertoe werd genomen door de hoofdredacteur van een lokale krant met als doel de nationale eenheid te benadrukken. Deze eerste editie vond plaats in de stad Utrecht. De initiatiefnemer was J.W.R. Gerlach van het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad. De belangrijkste activiteit bij de eerste Prinsessedag vond plaats in het Utrechtse Oranjepark in Wijk C. (Minstens) een jaar eerder waren in de stad Utrecht al activiteiten rond de verjaardag van prinses Wilhelmina, maar die gingen nog niet onder de noemer Prinsessedag. In de jaren erna namen andere plaatsen dit over. Na de dood van koning Willem III in november 1890, werd Prinsessedag in 1891 opgevolgd door de viering van ‘Koninginnedag’. Deze dag ontwikkelde zich tot een feestdag voor kinderen. Op haar achttiende verjaardag, 31 augustus 1898, werd Wilhelmina regerend vorstin. De inhuldiging vond op 6 september plaats. Tot en met 1948, toen koningin Wilhelmina troonsafstand deed, werd Koninginnedag op 31 augustus gevierd.

Tot aan de Tweede Wereldoorlog was 1 mei, de Dag van de Arbeid, de concurrent van Koninginnedag. De socialisten, sociaaldemocraten en communisten vierden 1 mei met grote optochten en feestelijkheden. Die dag had een politiek karakter. In het zeer verzuilde Nederland vierden de aanhangers van de anti-monarchistische SDAP Koninginnedag niet, de burgerlijke partijen vierden op hun beurt de Dag van de Arbeid niet. Wat nationale feestdagen hadden kunnen zijn, werden dagen waarop de verdeeldheid van Nederland werd benadrukt.[5] Pas na de Tweede Wereldoorlog toen de sociaaldemocraten zich met de monarchie hadden verzoend werd Koninginnedag een feestdag voor alle Nederlanders. De Dag van de Arbeid raakte in brede kringen in vergetelheid.

Nadat koningin Juliana haar moeder Wilhelmina in 1948 had opgevolgd, werd vanaf 1949 Koninginnedag gevierd op haar verjaardag, 30 april. Terwijl koningin Wilhelmina en haar familie nooit aanwezig waren bij de festiviteiten, kreeg koningin Juliana jaarlijks een bloemenhulde op Paleis Soestdijk. Vanaf de jaren vijftig was dit evenement via de televisie te volgen. Terwijl Koninginnedag in de naoorlogse jaren nog een gewone werkdag was, kregen in de loop der jaren steeds meer mensen een vrije dag, zodat 30 april kon uitgroeien tot een landelijke feestdag. In 1971 overleed kort voor Koninginnedag op 87-jarige leeftijd Prinses Armgard, de moeder van Prins Bernhard. Het defilé werd afgelast. Koningin Juliana woonde op haar 62ste verjaardag met alle andere leden van de Koninklijke familie de uitvaart bij van haar schoonmoeder. Bij de troonopvolging op 30 april 1980 besloot koningin Beatrix deze dag in stand te houden als dag van aanvaarding van haar ambt als staatshoofd en inhuldiging als koningin der Nederlanden, en om haar moeder te eren. Een praktische overweging was dat op haar eigen verjaardag (31 januari) het weer, in tegenstelling tot eind april, niet geschikt was voor een grootschalig buitenevenement.[4][7] Koningin Beatrix wijzigde ook de vorm van Koninginnedag. Op 28 januari 2013 kondigde zij aan op Koninginnedag troonsafstand te zullen doen. Vanwege Beatrix' abdicatie en de inhuldiging van Willem-Alexander had Koninginnedag 2013 een afwijkend karakter. Het was tevens de laatste keer dat Koninginnedag werd gevierd en de laatste keer dat de nationale feestdag op 30 april viel. Koningsdag is in september 2013 opgenomen op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed

voor volledige informatie in andere talen