Johannes Diderik van der Waals
Johannes Diderik van der Waals (Leiden, 23 november 1837 – Amsterdam, 8 maart 1923) was een Nederlands natuurkundige. Hij werd bekend door zijn werk op het gebied van gassen en vloeistoffen, waarvoor hij in 1910 de Nobelprijs voor de Natuurkunde kreeg.Biografie
Johannes Diderik was de oudste van de tien kinderen van Jacobus van der Waals (1812-1898) en Elisabeth van den Berg (1816-1896). Zijn vader was timmerman in Leiden. Na de basisschool ging hij niet naar de hogereburgerschool (HBS), maar naar de MULO waar hij werd opgeleid tot onderwijzer. Na zijn studie was hij onderwijsassistent op een basisschool.
In 1865 werd hij leraar natuurkunde op de HBS in Deventer, in 1866 hoofdonderwijzer op een HBS in Den Haag. Kort voor zijn aanstelling in Deventer huwde hij in september 1865 de toen achttienjarige Anne Magdalena Smit, de jongste dochter van een Leidse hoedenmaker. Zij kregen drie dochters, Anne Madeleine, Jacqueline E. van der Waals, Johanna Diderica en een zoon, de natuurkundige Johannes Diderik van der Waals jr.Van der Waals' oomzegger Peter van der Waals was een meubelmaker en toonaangevend in de Sapperton (Gloucestershire) School of the Arts and Crafts movement. Diens kleinzoon, Christopher D. Vanderwal is een vooraanstaand hoogleraar in de chemie aan de Universiteit van Californië in Irvine.
Van der Waals werd via allerlei onderwijsaktes toegelaten tot de Rijksuniversiteit Leiden. Naast zijn drukke baan als onderwijzer slaagde hij in vijf jaar tijd erin in 1871 zijn doctoraal examen te halen onder Pieter Rijke. Al vlug werd hij enorm geboeid door de thermodynamica.
Op 14 juni 1873 promoveerde Van der Waals aan de Rijksuniversiteit Leiden na het indienen van zijn proefschrift Over de continuïteit van den gas- en vloeistoftoestand, een beroemd geworden verhandeling. Daarin formuleerde hij zijn veelgeprezen toestandsvergelijking. Ondanks dat het proefschrift in het Nederlands was geschreven werd het in het blad Nature gerecenseerd door niemand minder dan James Clerk Maxwell.
Op 12 december 1877 werd Van der Waals de eerste hoogleraar natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Twee van zijn collega's waren de fysisch scheikundige Jacobus van 't Hoff en de bioloog Hugo de Vries.
Van der Waals' vrouw overleed in 1881 op 34-jarige leeftijd aan tuberculose. Van der Waals hertrouwde nooit, en was door de dood van zijn vrouw zodanig verslagen dat hij meer dan tien jaar niets publiceerde.
Tot aan zijn emeritaat op zeventigjarige leeftijd bleef Van der Waals wel verbonden aan de UvA. Twee jaar na zijn emeritaat verkreeg hij de Nobelprijs. Hij overleed op 85-jarige leeftijd.
Zijn dochter Jacqueline E. van der Waals werd, met name binnen christelijke kringen, bekend als dichteres. Zijn zoon Johannes Diderik van der Waals Jr volgde hem op als hoogleraar theoretische fysica in Amsterdam.
voor volledige informatie in andere talen